Charleroi opent een nieuw Museum voor Schone Kunsten

Op 17 december opent Charleroi zijn nieuw Museum voor Schone Kunsten. De vaste collectie bevat naast werken van Magritte, Delvaux, Meunier en Ensor ook werken van Waalse kunstenaars.  De eerste tijdelijke tentoonstelling is gewijd aan de strip- en tijdschriftenuitgeverij Dupuis.

Lange tijd was het museum voor Schone Kunsten in Charleroi te vinden in het stadhuis waar slechts een deel van de  meer dan 4000 kunstwerken getoond werden.  Na 8 jaar wachten, krijgt het museum een definitieve plek in de voormalige gerestaureerde paardenstallen van de rijkswachtkazerne Defeld.  De politie vond een nieuw onderkomen in een aanpalend opmerkelijk torengebouw, ontworpen door architect Jean Nouvel.  In zijn openingsspeech zei burgemeester Magnette  dat de stad via cultuur zijn imago kan terugclaimen.  Hij  wist ook te zeggen dat het museum het enige in België is dat meer werken heeft van vrouwelijke dan van mannelijke kunstenaars.

Het eigenlijk  museum bevindt zich op de eerste verdieping waar 120 kunstwerken getoond worden in zeer lichte kamers en een lange gang.  Bij de getoonde werken zijn enkele bijzondere werken van René Magritte, Paul Delvaux, Constantin Meunier, James Ensor en twee oriëntalistische schilderijen van Jean Portaels.  Er zijn ook opvallend veel werken van lokale kunstenaars die zich lieten inspireren door het steenkoolverleden van Charleroi.  De werken worden per kunststroming gegroepeerd.  Om alle aandacht te geven aan de kunstwerken, is er  veel ruimte tussen de kunstwerken en wordt  de naam van de kunstenaar en het werk op een aparte zuil weergegeven.  Op regelmatige basis zullen de tentoongestelde werken gewisseld worden met andere werken uit de vaste collectie.

Dupuis
Op het gelijkvloers loopt de tijdelijke tentoonstelling ‘Dupuis: de heldenfabriek. 100 jaar 9e kunst in Charleroi’.  Bezoekers komen eerst in het bureau van Jean Dupuis die destijds begon als drukker van etiketten voor apothekersflesjes.  In 1922 drukte hij het blad “Bonnes Soirées” en de Nederlandse versie “De haardvriend”.  Maar Dupuis is vooral bekend van Robbedoes en Guust Flater en van de tijdschriften Moustique, Humoradio en Humo.  Verder kom je in de tentoonstelling waar de ‘pratende zetel’ staat van Raoul Cauvin, de productiefste scenarioschrijver van strips.  Neem gerust plaats en je komt alles te weten over strips. 

De tijdelijke tentoonstelling is vooral  een interactieve expo met allerlei doe-activiteiten, maar ook met veel archiefmateriaal, waaronder een muur vol originele tekeningen van de Smurfen, Lucky Luke, Natacha, Bollie&Billie,  Marsupilami,… en vele anderen.  Tot de jaren ‘50-‘60  luisterde Dupuis naar de goede raad van de katholieke kerk om zich van een correcte inhoud te verzekeren.  Dat meekijkend oog is nu weg, maar toch heeft de huidige eigenaar nog banden met het Vaticaan.

 “Die originele tekeningen zijn nu tot 100.000 euro waard, maar indertijd werd er geen belang aan gehecht; ze slingerden rond bij Dupuis. Zo is er een tekening van Jijé met een fietsspoor, want in de drukkerij reden ze met fietsen rond…” zegt Erwin Cavens die ons door de tentoonstelling gidst. Hij heeft tientallen jaren voor uitgeverij Dupuis gewerkt en maakte het blad Robbedoes.  Hij vertaalde talloze strips waaronder de vele albums van Gaston Lagaffe of Guust Flater. Dupuis was een familiezaak: Cavens is de neef van de vroegere Dupuis-uitgevers Jef en Karel Anthierens.

Dupuis is nu eigendom van een Franse groep. Volgens Erwin Cavens gaat het nu iets minder goed, omdat er heel veel strips verschijnen. De uitdaging is nu om nieuwe toepassingen te vinden.  Er zijn succesvolle nieuwe reeksen als “Kid Paddle” of “Largo Winch” en oude uitgaven zijn nog altijd te krijgen. “Buck Danny” of “De blauwbloezen” worden bijna maandelijks herdrukt”.  De expositieruimte heeft ook een bibliotheek en een zitruimte waar bezoekers een strip kunnen lezen.

Praktisch:
Het Museum voor Schone Kunsten van Charleroi aan de Boulevard Pierre Mayence 67 is open van maandag tot vrijdag van 9 tot 17 uur, op zaterdag en zondag van 10 tot 18 uur. De permanente collectie is gratis toegankelijk. Voor de tijdelijke tentoonstelling betaal je 5 euro.