Gelegen in de provincie Luik is het Land van Ourthe-Vesder-Amblève voor velen een nobele onbekende. Met heel wat historische sites, schilderachtige landschappen, tal van sportmogelijkheden en heerlijke streekgerechten, biedt de regio voor elk wat wils. Wij trokken op ontdekking en begonnen onze tocht in het kasteel van Harzé.

Vanuit Brussel stonden we na anderhalf uur rijden via de E411 en de E42 aan de inrijpoort van het kasteel van Harzé. Een imposant gebouw dat in de 11^e eeuw als versterking gebouwd werd en in de 17^e eeuw door graaf Ernest de Suys de Linden omgebouwd werd tot kasteel in Maaslandse renaissancestijl. In het park vooraan is een grote vijver met fontein. Het kasteel valt op door zijn zware vierkante donjon, het bordes, de erker, het balkon en de unieke galerij met zuilen en bogen.  In 1965 werd het kasteel geklasseerd en in 1973 kocht de provincie Luik het gebouw om er de toeristische dienst in onder te brengen. Naast een gastronomisch restaurant en een hotel wordt het kasteel ook gebruikt voor evenementen en conferenties. In een bijgebouw is ook het maalderij- en bakkersmuseum gevestigd.

Vier troeven
In de Gravenzaal stelden de directeur en de vertegenwoordigers van de toeristische diensten de vier belangrijkste troeven van de regio voor: de natuur, erfgoed, evenementen en streekproducten. Namen als het safaripark Le Monde Sauvage, de thermen van Chaudfontaine, de grotten van Remouchamps en het bedevaartsoord Banneux klonken ons bekend in de oren. Minder bekend leken ons de natuurlijke baden van de Ninglinspo, het enige bergriviertje in ons land, het museum ‘December 1944’ in La Gleize en Deigné, één van de mooiste dorpen van Wallonië waar je zelfs het water onder de grond kan horen zingen, een geologisch fenomeen dat eigen is aan kalkgronden. En ook feesten is samen met lekker eten en drinken niet vreemd aan deze regio.

Naar Palogne en Logne
De powerpointpresentatie en de bijhorende beelden, deden zin krijgen om de streek te ontdekken. Een historische autobus uit 1976 bracht ons naar het domein van Palogne in Vieuxville-Ferrières. Dit provinciaal domein is een aantrekkingspool voor dagjesmensen, families met kinderen en jeugdgroeperingen die er in drie gîtes kunnen verblijven. Er is een speeltuin, een minigolf, een valkenshow, een deathride en je kan er wandelen, klimmen, boog- en katapultschieten, aan speleologie doen,  kajakken en fietsen.  Op het domein kan je ook e-bikes en mountainbikes huren.

Na een pittige wandeling bereiken we de ruïne van de burcht van Logne. gebouwd op een smalle rots van 60 m hoog tussen de rivier de Ourthe en de Lembrée. Vanaf de 5^e eeuw was hier een garnizoen aanwezig dat de grenzen van het Romeinse Rijk moest beschermen. In de 9^e eeuw diende de burcht als schuilplaats voor de monniken van Stavelot die op de vlucht waren voor de Noormannen. Later viel Logne in handen van de roversheren  ‘de la Marck’, die de bijnaam kregen van ‘Les Sangliers des Ardennes’. In 1521 werd de burcht op bevel van Karel V gebombardeerd en vernietigd.  Naast een uitzonderlijk uitzicht op de vallei en de toppen van de Ardennen, leidt een bezoek ook langs de grachten, de kelders, de ondergrondse galerijen en de spelonk van ‘de Gouden Geit’ waar een eigenaardig spook een fabelachtige schat bewaakt. Bij archeologische opgravingen in de 19^e eeuw werden heel wat voorwerpen gevonden die te bekijken zijn in het archeologisch museum in de boerderij van Boverie. Vooraleer we het domein van Palogne verlaten, houden we nog even halt in de taverne ‘Al Gatte d’Or’, het Waals voor de gouden geit. We genieten er van een lekker streekgerecht met Luikse balletjes.

Anthisnes

De historische bus brengt ons verder naar de ‘Avouerie van Anthisnes’.   Dit statige 17e eeuwse kasteel, gebouwd in baksteen en natuursteen, was het woonhuis van de ‘Hauts-Avoués’ van Anthisnes. ‘Avoués’ waren een soort advocaten die de kerkelijke eigendommen beschermden en vertegenwoordigden.  De  verdedigingstoren dateert uit de 12e eeuw en behoort tot één van de drie best bewaarde donjons van Europa.  In de toren die vijf verdiepingen telt, is het bier- en péketmuseum gevestigd.

Na het museumbezoek zakken we af naar de gelagzaal waar we ‘La Cervoise de l’Avouerie’ proeven.  Dit streekbier ontstond in 1983 doordat een groep jongeren van Anthisnes een oud bierrecept nieuw leven wilden geven.  ‘La Cervoise de l’Avouerie’ is  een licht goudkleurig bier van hoge gisting met 5,2 % alcohol. Door toevoeging van kruiden en aromaten waaronder koriander en geraspte sinaasappelschil heeft het bier een frisse smaak.

Elfique
Nog meer heerlijk gerstenat wordt gebrouwen in de bierbrouwerij Elfique in het gehucht Sur-la-Heid, in Aywaille. Dit mysterieuze landschap aan de oevers van de Amblève was in het verleden een goede voedingsbodem voor tal van verhalen over elfen die op deze plek zouden vertoeven.   Voor brouwer André Grolet was het dan ook niet ver zoeken om zijn brouwerij een naam te geven.  Het Elfique bierengamma bestaat uit Elfique Ambrée, Elfique Triple Brune, Elfique IPA, Elfique Blanche en Elfique Triple Blonde. Elk van deze bieren kan je ter plaatse proeven in de taverne ‘L’Estaminet’ of in ‘La Guinguette’, een balkon in het bos met ‘de langste toog van Wallonië’.  Een ‘Elfique Blanche’ was een welkome verfrissing. Elfjes hebben we jammer genoeg niet gezien…

Info: http://www.ovatourisme.be