S.M.A.K. toont ‘Van Warhol tot Panamarenko’

In het S.M.A.K. in Gent loopt momenteel de tentoonstelling ‘POP ART – Van Warhol tot Panamarenko’.  13 van de 45 getoonde meesterwerken uit de popart zijn afkomstig uit de privéverzameling Matthys-Colle.  Naast werken van Andy Warhol, Tom Wesselmann en Roy Lichtentein bevat de collectie ook enkele opmerkelijke stukken zoals de vrouwensculptuur in vilt van Panamarenko.

Het echtpaar Roger (1920-2016) en Hilda (1919-2004) Matthys-Colle waren verwoede kunstverzamelaars. Hun interesse ging vooral naar nieuwe stromingen in de Belgische, Europese en Amerikaanse kunst met een voorkeur voor popart. Roger Matthys was in 1957 een van de oprichters van de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst dat in 1975 leidde tot het ontstaan van het Museum van Hedendaagse Kunst, het huidige S.M.A.K. Na het overlijden van het verzamelaarskoppel kwam het 100-tal kunstwerken terecht in een stichting die namens de familie beheerd wordt door kleinzoon Bruno Matthys.  Hij weet dat het de uitdrukkelijke wens van zijn grootouders was om hun privécollectie  ook publiek toegankelijk te maken. Begin dit jaar kocht de Vlaamse overheid ‘The Great American Nude nr 45’ van de Amerikaanse popartkunstenaar Tom Wesselman uit de verzameling Matthys-Colle. Deze aankoop werd gekoppeld aan de langdurige bruikleen van 39 andere kunstwerken uit diezelfde collectie aan het Gentse S.M.A.K.  Daaruit groeide ook het idee tot de huidige tentoonstelling.  De popartwerken van onder meer Andy Warhol, Tom Wesselmann, Roy Lichtenstein en Konrad Klapheck zijn op de tentoonstelling samengebracht met een selectie werken uit de collectie van S.M.A.K. waarmee ze als het ware in dialoog gaan.  Het S.M.A.K. plant om op termijn een aparte Matthys-Collezaal te realiseren.

‘De vrouw die tegen de schouwsteen leunt’ was een deel van ons gezin zegt Bruno Matthys

Een huis vol kunst
Bij de opening van de tentoonstelling haalde Bruno Matthys heel wat herinneringen op over zijn grootouders die in een groot modernistisch huis in Deurle woonden. ‘Mijn zussen en ik, onze neven en nichten zijn letterlijk opgevoed tussen de kunstwerken. En dat is letterlijk te nemen want bij onze grootouders hing er overal kunst, zowel in de keuken als in de badkamer en zelfs in de wc. Elke zondag gingen wij op bezoek en dat was telkens een ontdekkingsreis. Wij kregen van onze grootouders vaak te horen dat we de kunstwerken niet mochten aanraken. Ik moet nu wel bekennen dat we soms een touwtje vastknoopten aan een kubussculptuur van Sol Lewitt om eraan te schommelen.  In het salon naast de tv stond het beeld van ‘een vrouw die tegen een schouw leunt’ van George Segal.  Die vrouw leek ons zo vertrouwd dat wij haar als een deel van de familie beschouwden. De linkervoet van het beeld was licht beschadigd. Het SMAK heeft het gerestaureerd zonder aan de vergeelde kleur van het gips te raken.  Ook aan ‘Modern painting with black sun’ van Roy Lichtenstein heeft Bruno Matthys een speciale herinnering. Toen hij op school een zon moest tekenen, nam hij zijn zwart kleurpotlood in plaats van een geel.  De juf zei dat hij de verkeerde kleur gebruikte, maar Bruno protesteerde en zei dat de juf maar eens naar het schilderij van zijn opa moest komen kijken.

Ontmoetingsplaats
Kunst was bij de familie Matthys-Colle vaak hét gespreksonderwerp met de kinderen en kleinkinderen. Maar voor de aankoop van een werk liet het echtpaar zich door niemand beïnvloeden. Het was hen ook niet te doem om de naam of de geldwaarde maar de persoonlijke band en de liefde voor een kunstwerk was de drijfveer voor een aankoop.  Hun interesse voor hedendaagse kunst werd niet altijd ernstig genomen. Toen ze in de jaren 60 de roestige regenpijp vervaardigd uit een soft materiaal van de wereldberoemde Claes Oldenburg kochten, lachte de hele buurt hen uit. Maar zij geloofden heel sterk in de vernieuwing bij de jeugd en kochten werk van beginnende kunstenaars die later beroemd werden.  Zij trokken ook naar Parijs om een ingepakte stoel van Christo te kopen. Hij ontving hen persoonlijk en was blij met de interesse. Christo kwam ook vaak bij hen op de thee, evenals Broodthaers en het Brits-Italiaanse kunstenaarsduo Gilbert & George. De Amerikaan Sol LeWitt heeft in hun huis een prachtige muurtekening gemaakt en de Zwitser Niele Toroni beschilderde de deuren met zijn typische rode vierkantjes.  Karel Appel logeerde er omdat hij op een bepaald ogenblik geen geld had om een hotel in Gent te betalen.

‘Modern painting with black sun’, 1967 – Roy Lichtenstein
foto Dirk Pauwels

Positieve kunst
Popart ontstond in de jaren 50 als reactie op de donkere en getraumatiseerde naoorlogse kunst. De nieuwe kunst liep over van optimisme en toonde huiselijke thema’s vol comfort en luxe. Kunstenaars gebruiken de nieuwe materialen van die tijd zoals plastic, plexi, metaal en zelfs autolak.  En toch zit er ook vaak scherpe maatschappijkritiek in de werken want dezelfde kwesties die een rijke voedingsbodem waren voor popart zijn ook nu nog brandend actueel, van massaconsumptie en technologische evolutie tot seksuele moraal, rassenrellen en de gelijkheid van man en vrouw. Popart blijft tot op vandaag ook een onuitputtelijke bron voor mode, design en de brede entertainmentindustrie.

‘Feltra’ van Panamarenko (1966) in dialoog met ‘Miss Nice’, 1963 van Martial Raysse

Werken in dialoog
Aan het begin van de tentoonstelling hangt ‘Great American Nudes’ van Tom Wesselman, het werk waardoor de samenwerking met de stichting Matthys-Colle begon .  Verder focust de tentoonstelling vooral op de interactie tussen de werken. Zo staat de reeks van Marilyn Monroe van Warhol tegenover de Feltra van Panamarenko en Miss Nice van Martial Raysse.  Een plastic boom van James Rosenquist staat dan weer tegenover ‘De Muur’ van Roger Raveel en ‘Kraantje en tuinslang’ van Raoul De Keyser.  Vrouwen zijn prominent aanwezig in de tentoonstelling, maar dan vooral als icoon en glamourfiguur.  Evelyne Axell is de enige aanwezige vrouwelijke kunstenaar, popart was dan vooral ook een mannenzaak.

Naast de Marilyn Monroe reeks zijn ook de Campbell’s Soup Cans en The Electric Chair van Warhol aanwezig.  Verder zijn ook werken  van Amerikaanse popartkunstenaars als Tom Wesselmann, Roy Lichtenstein en Robert Rauschenberg.  Ook de ingepakte stoel van Cristo en de rode regenpijp van Claes Oldenburg zijn aanwezig. Pol Mara is aanwezig met werk uit de jaren 60, evenals de hyperrealist Guy Dagobert en de Duitser Konrad Klapheck.

Praktisch: Van Warhol tot Panamarenko in S.M.A.K. loopt nog tot 8 mei 2022. Tickets en info: www.smak.be
Bij de tentoonstelling verscheen ook de catalogus ‘POP ART Van Warhol tot Panamarenko’ met een volledig overzicht van de kunstwerken en begeleidende teksten. Deze publicatie in handig formaat is verkrijgbaar in de museumshop en kost 25 euro.